reizen

Bourscheid – de heerlijke rust

luxemburg

De zomer van 2015 is niet de beste zomer die we al beleefd hebben. Toch proberen we er het beste van te maken. De afgelopen dagen trokken we naar Bourscheid. Voordien hadden we onszelf beloofd om de omgeving en bezienswaardigheden te verkennen. Dat is wat in de soep gelopen. We hebben niets gezien en niets gedaan. Behalve gegeten, gekaart, gelezen, geslapen en in de sauna gezeten. Aangezien we maar voor twee nachten hadden geboekt, mag dat wel eens he…

Toen we toekwamen bleken we een upgrade in kamer te hebben gekregen. Absoluut niet slecht, die kamers in Cocoon Hotel Belair: een ruime kamer met slechts één matras op het bed (gruwelijk vind ik dat, als je een tweepersoonskamer boekt en je krijgt twee aparte matrasjes op je bed), een mooie badkamer met apart bad en douche, uitzicht op het water.

Ik kan het iedereen alleen maar aanraden: Luxemburg is helemaal niet ver en je bent er even helemaal uit!

Wie zich afvraagt wat de foto met mijn relaas te maken heeft: we trokken wel een dagje naar de hoofdstad. Toen we daar toekwamen regende het echter verschrikkelijk, waardoor we onze toevlucht zochten tot een gezellige kroeg waar we rose dronken, kaarten en wat lazen. Op de terugweg kwam ik die schattige ventjes met blauwe draad tegen. Maar geen idee van wie het is of wat het juist voorstelt…

Iemand een idee? (Laat je fantasie gerust de vrije loop!)

Vakantieplannen: Luxemburg & Nice

Het reisje Polen gaat voor een jaar de diepvries in. Deze zomer blijven we thuis en plannen we vooral enkele kleine uitstapjes. Met de man gaat het drie dagen richting Luxemburg. Daar zullen we logeren in Bourscheid. Bourscheid staat niet meteen bovenaan in mijn lijstje van te bezoeken plaatsen. Het is Bongo die ons deze keer geleid heeft. Eens benieuwd wat dat geeft… Moest er iemand al in Bourscheid geweest zijn: alle tips zijn welkom! Sowieso gaat het ook één dagje richting Luxemburg stad.

In september knijp ik er nog eens drie dagen tussenuit. Deze keer met mijn ouders en zus. Wat is dat lang geleden dat we nog eens met zijn vieren op reis waren. Ik kijk er al naar uit! Zij zijn niet helemaal onbekend in de streek, dus ik ga me eens helemaal laten leiden!

Zijn jullie nog in het land? 

De heilige Falderie

untitled

Falderie was er even tussenuit. Samen met vier sympathieke mannen (waarvan één haar eigen man) trok Falderie – die eigenlijk Valerie heet – naar…Saint-Valery-Sur-Somme. We vertrokken vrijdagmiddag en kwamen zondag laat weer thuis. En geloof mij: dat deed deugd! Behalve die twee dagen Parijs na onze trouw heb ik dit jaar amper vakantie gehad, laat staan dat ik er eens even tussenuit kon trekken. (Wat als voordeel heeft dat al die vakantiedagen wel nog op mij liggen te wachten…)

Saint-Valery-Sur-Somme dus. Ideaal want: amper 2,5 uur rijden, in juni nog niet erg veel toeristen, aan de zee en het strand,… Wat we daar gedaan hebben? Niet bijster veel. De mannen hebben gekaart, Falderie heeft wat gelezen, we speelden een partijtje minigolf (ik eindigde niet laatst!) en we…maakten een wandeling van drie uur. Leuk dacht ik, een beetje wandelen op het strand en in de duinen. Fout gedacht dames en heren. Afzien dat het was, ploeteren door de modder deden we. Maar ook dat was ergens wel leuk! Al werd er wel gelachen met mij, niets gewoon dat stadsmeisje… En toen ik een stel koeien in de verte met schapen verwarde, was er uiteraard gelach alom…

En jullie? Leuke plekjes in de buurt waarnaar jullie soms eens gaan om de dagelijkse drukte te ontvluchten?

Falderie gaat niet meer naar Tunesië

Geen idee hoe het komt, maar de laatste dagen ben ik met iedereen over vakantie aan het spreken. En dan komen de herinneringen van eerdere reizen terug.

Een van de meest memorabele reizen die ik wel heb gemaakt was de reis met mijn goede vriendin Jessy naar Tunesië. Zij was net achttien geworden, ik was nog zeventien. Onze eerste reis zonder familie of reisorganisatie. We keken wat op onze centen, waardoor de keuze op Tunesië viel. Gek verklaarden onze ouders ons. We lachten wat met hen en vertrokken.

Over Tunesië kan ik kort zijn: mooi land. We reden op een kameel (of dromedaris?) in de woestijn, ik sloeg een dief recht in zijn gezicht in een soek in Tunis (echt gebeurd!) en we verkochten onszelf net niet voor honderd kamelen. Toch vermoed ik dat geen van ons beiden ooit nog naar Tunesië zal terugkeren. Want de mannen daar, die vonden we walgelijk. Dat ze twee jonge, single meisjes op straat zouden aanspreken, daar hadden we wel rekening mee gehouden. Maar in ons hotel – zo dachten we naïef – daar zouden we veilig zijn. Mis dus. Het begon al meteen het eerste uur.

Heel laat ’s avonds waren we geland. We kwamen in ons hotel aan waar een vriendelijke man ons de sleutels van onze kamer bezorgde. Vriendelijke kerel zeiden we nog. We hadden nog maar net onze koffer neergezet of de telefoon ging. Jawel, de receptionist wilde nog iets gaan drinken. Hebben we dus niet gedaan. Nog erger was de animator van het hotel. Die achtervolgde ons overal waar we gingen, fluisterde constant “Je t’ adore” in mijn oren en probeerde ons ’s avonds mee te lokken om alcohol te gaan drinken met zijn vrienden. Foute boel. Akelige mensen. Gelukkig was er de oudere barman die ons onder zijn hoede nam en dat jong gespuis wegjoeg. Misschien is daar mijn liefde voor oudere mannen ontstaan?!

Toen we daarenboven ook nog eens onze vlucht richting Brussel misten, waren we zeker: Tunesië ziet ons nooit of te nimmer nog terug.